Gebed om het heiligste en volmaakste van de christelijke wet, om Jezus en Maria na te volgen
Koningin der Engelen en Heiligen, en mijn lieve Moeder, Maria,
Doordring mij met een grote eerbied jegens God ; laat mij inzien hoe klein ik ben. Laat mij elke zonde, hoe klein ze ook is, vrezen en verafschuwen. Leer mij een afschuw te hebben voor de ijdelheden van deze wereld en mijn eigen neigingen te verloochenen. Laat mij altijd de laatste plaats zoeken en wek in mij het verlangen op door de wereld te worden veracht.
Leer mij het kruis beminnen, en het met een sterk en edelmoedig hart te dragen. Leer mij te lijden met vreugde !
Ontvlam mij met uw zuivere liefde en leer mij zelfs mijn vervolgers lief te hebben.
Laat mij streven naar de zuiverste, volmaakste graad van deugd en laat mij mij verenigen met het hoogste en ware Goed. Amen.
Dit gebed bevat de hoofdzakelijke werkingen die God in het binnenste van een ziel kan voortbrengen. Natuurlijk zijn er nog andere, heel belangrijke werkingen, zoals de dankbaarheid en het berouw jegens God, maar als de werkingen die in dit gebed staan, aanwezig zijn, dan zullen die andere werkingen in de ziel vanzelf ontstaan, waar de omstandigheden dat vragen. Het zijn ook precies die werkingen die ontstaan als God zich openbaart aan een ziel, of als iemand een visioen van God ontvangt. Als al deze werkingen tijdens het ontvangen van een visioen of openbaring ontstaan, kan men er praktisch zeker van zijn, dat zo een visioen of openbaring van God komt.
Als dit gebed de belangrijkste werkingen bevat die God in een ziel kan teweegbrengen, waarom zou men daar dan niet om bidden? Daarom is het zeer aan te bevelen, dit gebed dagelijks te bidden, bijvoorbeeld gedurende het morgengebed of als deel van de voorbereiding op de heilige Communie. Bid dit gebed niet zo snel als men vaak het Onze Vader bidt, maar langzaam en overwegend, zodat men zich goed bewust is waarom men bidt. God pleegt zich mee te delen aan een ziel die in rust op God gericht is, en niet aan iemand in haast en onrust.
Op dit gebed berust geen auteursrecht. Men is volledig vrij dit gebed (en uitleg) te verspreiden, en het is zelfs zeer aan te bevelen . Wel wordt gevraagd de essentie van de werkingen in het gebed niet te veranderen en verder is het gebed geschreven voor privégebruik. Misschien kent u ook iemand die in dit gebed zou kunnen zijn geïnteresseerd?
Hierna volgt een kleine uitleg van het gebed in de hoop dat u nog vruchtbaarder de genaden van Gods werkingen moge ervaren.
Doordring mij met een grote eerbied jegens God
Overwegen wij dat God de oorzaak is van alles wat bestaat, van alles wat wij hebben en zijn. Omdat wij alles zonder enige verdienste aan onze kant van God hebben gekregen, God ons alles uit pure goedheid gegeven heeft, zijn wij Hem ook alles verschuldigd. Aangezien wij alle onze krachten van God hebben gekregen om te werken, daarom behoren ook al onze werken aan God toe, niet aan ons zelf of aan een ander. Enerzijds vervult het ons met grote dankbaarheid dat God ons geschapen heeft, ons door de Verlossing door Zijn Zoon de Hemel weer geopend heeft en ons – als wij dat tenminste willen en de Heer dienen zoals Hij dat van ons vraagt – voortdurend door de Heilige Geest de vruchten van de Verlossing op ons toepast en ons uiteindelijk deel laat nemen aan Zijn Eeuwige Heerlijkheid in de Hemel; anderzijds vervult de gedachte, dat God ons leven elke moment in stand houdt, dat wij elk moment kunnen sterven en voor Zijn rechterstoel moeten verschijnen, en daarna – afhankelijk van onze werken – ofwel uiteindelijk voor eeuwig in de Hemel ofwel voor eeuwig in de Hel terechtkomen, ons met groot ontzag voor Hem. Deze gedachten zijn heel belangrijk voor een juiste en passende verhouding jegens God.
Laat mij inzien hoe klein ik ben.
Als wij vervuld zijn met een grote eerbied jegens God, als wij ons een beetje realiseren hoe groot God is, zullen wij ook gemakkelijk onze kleinheid zien. En deze deugd van nederigheid is belangrijk: zij is het fundament van alle andere deugden. Hoe groter onze nederigheid jegens God, hoe meer de liefde Gods in ons kan groeien en daarmee ook onze liefde tot onze naaste.
Laat mij elke zonde, hoe klein zij ook is, vrezen en verafschuwen.
Een zonde is een belediging van de Majesteit van God en verontreinigt de ziel. Zelfs de kleinste zonde is een veel grotere belediging van God dan wij ons hier op aarde kunnen voorstellen (God is in zijn Wezen immers oneindig). Wij zullen dat in het hiernamaals veel beter begrijpen. Wij moeten daarom de zonde vrezen, d.w.z. vrezen God te beledigen door een overtreding van Zijn Wet; vrezen is de sterkste hartstocht. Omdat de zonde zo vreselijk is in zijn uitwerkingen, moeten wij haar ook verafschuwen, er een ware afkeer van hebben. Ook zo kunnen wij de zonde gemakkelijker vermijden.
Leer mij een afschuw te hebben voor de ijdelheden van deze wereld
De ijdelheden in deze wereld brengen de ziel geen voordeel, zij voeren de ziel van God weg, zij verhinderen de genade, en brengen de ziel in gevaar zonden te doen. Daarom is het belangrijk ook daar een afkeer van te hebben. Iemand die naar het wereldse verlangt, houdt op met naar God te streven. De liefde Gods in zo een ziel wordt beetje bij beetje verstikt. Het is te vergelijken met een baby die men i.p.v. melk water geeft. Het water is geen gif, maar de baby sterft uiteindelijk toch aan ondervoeding; zo ook de ziel door gebrek aan genade.
en mijn eigen neigingen te verloochenen.
Heel belangrijk is het ook te bidden om de genade, altijd de eigen neigingen te kunnen verloochenen en ons verstand te volgen. Want heel dikwijls volgen de mensen meer hun neigingen, die vaak tot het kwade neigen, dan hun verstand. Zij maken hun verstand onderschikt aan hun -vaak verkeerde- neigingen van het ogenblik, i.p.v. andersom. Anders gezegd: zij doen wat zij willen, of het nu verstandig is of niet, maar alleen omdat hun neigingen hen daartoe aandringen, en zoeken daarna naar argumenten om hun daden te verdedigen. Daarmee bedriegt de mens zichzelf en voor men het weet is de zonde een feit.
Laat mij altijd de laatste plaats zoeken
Jezus adviseert dat de eerzuchtige Farizeeën en natuurlijk eenieder van ons. In het algemeen is het goed het mindere te kiezen om God en de naaste het betere te kunnen geven. Het is niet voor niets dat in vele orden de armoede zo hoog in het vaandel staat. Luxe hebben wij niet nodig, alleen het noodzakelijke hebben wij nodig om de liefde tot God en de naaste in praktijk te kunnen brengen. En zelfs het noodzakelijke hebben veel heiligen vaak niet nagestreefd, maar hebben bij hun werken vertrouwd op de Goddelijke Voorzienigheid. Als wij daarentegen luxe zouden nastreven, dan zouden wij onszelf zoeken en God aan de kant zetten.
en wek in mij het verlangen op door de wereld te worden veracht.
Het succes in de wereld doet God vergeten. Men wordt gemakkelijk trots en hoogmoedig. Jezus gaf ons op Zijn Kruisweg en aan het Kruis een voorbeeld van wat de ware navolger van Christus wacht: de verachting door de wereld, en waar wij uiteindelijk geen afkeer van mogen hebben. Het is soms werkelijk heel moeilijk om de verachting van de wereld zonder protest te verdragen, maar wij weten dat wij het voor Christus doen en dat het heel verdienstrijk is! Naar verachting verlangen wij waarschijnlijk niet, maar daar bidden wij ook niet om bij deze bede. Wij bidden slechts, dat wij het verlangen ernaar moge geschonken krijgen.
Leer mij het Kruis beminnen en het met een sterk en edelmoedig hart te dragen.
Naar het lijden, het Kruis, schijnen alleen de heiligen verlangt te hebben. Als wij Christus willen navolgen moeten wij echter bereid zijn ons Kruis te dragen. Hoeveel gemakkelijker zou dat gaan als wij het Kruis ook zouden liefhebben! Hoe meer wij Jezus beminnen en offeren uit liefde tot Hem, hoe meer wij ook graag ons Kruis dragen uit liefde tot Hem. En daarom vragen wij in deze bede. Verder vragen wij het met een sterk hart te dragen, d.w.z. standvastig, zonder te dralen. Wij vragen het Kruis edelmoedig te dragen, d.w.z. te lijden, de moeilijkheden te verdragen, zonder ons te beklagen, maar graag, uit liefde tot Onze Lieve Heer, zoals ook de volgende bede zegt:
Leer mij te lijden met vreugde!
U kent ongetwijfeld wel die passage uit de Handelingen der Apostelen, waarbij de apostelen in het Sanhedrin werden gegeseld, en verheugd waren dat zij waardig bevonden waren omwille van Jezus te mogen lijden (Hand. 5). Menselijk gezien is dat niet denkbaar, maar met de genade Gods is alles mogelijk!
Ontvlam mij met Uw zuivere Liefde
In deze bede vragen wij niet om een wereldse liefde, maar om de instorting van de goddelijke deugd van Liefde. Het is een kuise liefde en een liefde met een zuivere intentie, d.w.z. wij zoeken niet ons eigen plezier, maar wij zoeken alleen God te behagen, zonder allerlei bijbedoelingen.
en leer mij zelfs mijn vervolgers lief te hebben.
Gods Liefde is alomvattend en als wij dus Gods Liefde in ons hebben, moeten wij ook onze vijanden liefhebben. Ook de mensen die door hun zware zonden God vijandig gezind zijn, zijn Gods schepselen, hoewel zij dat niet waardig zijn. Wij moeten ze liefhebben, zoals ook Jezus dat voorgedaan heeft, door voor zijn beulen te bidden. Bedenken wij verder, dat ook wij door onze zonden God beledigd hebben, en dat ook wij Jezus’ verlossende kracht nodig hebben! Als wij dus door Gods Voorzienigheid vervolging omwille van Onze Lieve Heer mogen ervaren, denken wij dan daaraan dat ook wij door onze zonden God a.h.w. vijandig gezind waren, en aanvaarden wij het lijden dat die vervolging met zich meebrengt om onze zonden weer goed te maken!
Laat mij streven naar de zuiverste, volmaakste graad van deugd
Wij zijn hier op aarde om onze verkeerde neigingen en ongeregelde hartstochten, onze ondeugden, en onze verdere gewoonten te zondigen, af te leggen en steeds meer en steeds volmaakter de deugden te beoefenen, zodat, dat, wat de groei van de liefde Gods in ons hindert, wordt verwijderd en men zich door de liefde steeds meer met God kan verenigen.
en laat mij verenigen met het hoogste en ware Goed. Amen.
Op aarde zijn wij, als wij in staat van genade zijn, reeds door de heiligmakende genade met God verenigd. Hoe meer wij God liefhebben, hoe meer, en hoe volmaakter wij met God verenigd zijn. Het hoogste en ware Goed is natuurlijk God. `Hoogste`, omdat er geen wezen bestaat dat groter en volmaakter is dan God. `Ware`, omdat alleen God waarachtig goed is, d.w.z. alleen God is de werkelijke Bron van al wat goed is, en geluk geeft. Al het andere wat goed is, ontleend zijn goedheid aan God.
Dit gebed is geïnspireerd door hoofdstuk 14 van het tweede boek (8 delen in totaal) van het boek dat geschreven is door de eerbiedwaardige spaanse abdis Maria van Agreda (2 April 1602 – 24 May 1665) over de mystieke visioenen die zij kreeg over het leven van de Allerheiligste Maagd Maria.
Dit boek is geestelijk heel diepgaand, hoewel niet moeilijk geschreven. Het ademt de Wijsheid van God uit en niet zelden is men bij het lezen van het boek vol verbazing en bewondering wegens de grote geheimen en wonderen die God in een schepsel (Maria) heeft kunnen bewerken.
Als u het werk over het Leven van de Allerheiligste Maagd wilt lezen: